Methode

Als trainingsmethode volgen we in grote lijnen de visie van de Federale trainingsschool en gebruiken we de wedstrijdmethode. We trachten ervoor te zorgen dat in onze trainingsopbouw steeds MIM* terugkomt.

MIMIM – Ideaal  /  MMIM – Goed  /  MIIIM –  Kan nog  /  IIIM – Slecht à te vermijden

* M = Match-form

 I = Intermediate-form

 (BRON: Federale trainersschool KBVB)

De club wil geen enkele trainer deze of geen oefenstof opdringen, er is ook in de club (nog) geen strikt jaarplan waaraan de trainers zich moeten houden, daarom is er binnen de wedstrijdmethode voor iedere trainer voldoende ruimte om zijn ideeën uit te werken. Wel moeten deze ideeën allemaal in dezelfde richting wijzen om uiteindelijk te leiden tot hetzelfde doel.

Systeem

Het 4-3-3 spelsysteem en zijn afgeleiden als opleidingsmodel vanaf de jeugd.

Ook wij bij KVK Hooikt moeten er naar streven om vanaf 11v11, en zelfs vanaf 5v5 en 8v8, hetzelfde systeem te spelen, namelijk een systeem gebaseerd op zonespel.

Naargelang de situatie kan dit variëren van een 4-3-3, een 4-4-2 of een 3-4-3 opstelling bij 11v11. Bij onze jongste spelers hanteren wij de ruitvorm bij 5v5 en de dubbele ruit bij 8v8.

Dit impliceert dat alles in functie van de bal gebeurt (en niet van de rechtstreekse tegenstrever) en dat de spelers de ruimte kunnen bespelen. Tevens betekent dit, dat er minder nutteloze inspanningen gebeuren: de tegenstander wordt niet blind gevolgd à minder duel en minder blessures. Het systeem legt meer de nadruk op verzorgd combinatievoetbal dan op kracht- en werkvoetbal. Toch mag in het hedendaagse voetbal de duelkracht niet ontbreken in de opleiding van onze jonge voetballers. Deze twee zaken moeten als een rode draad door heel de club lopen.

De voorwaarden bij een 1-4-3-3 per elftalpositie:

  • meevoetballende doelman (1)
  • voetballende en uitverdedigende flankverdedigers (2 en 5)
  • voldoende snelheid en kopbalsterkte bij minstens één van de twee, of beide centrale verdedigers (3 en 4)
  • voetballend vermogen en balrecuperatie bij verdedigende middenvelders die moeten beschikken over een groot loopvermogen ( 6 en 8)
  • voetballend vermogen bij centrale middenvelder (10)
  • balvaste stevige diepe spits (9)
  • snelle buitenspelers (7 – 11)

ONDERBOUW

U5 – Recreatief

TRAINING 1x/week – 1.15 u.

Voorfase – Het leren beheersen van de bal (de bal is rond … en dat is best moeilijk)

  • Ontwikkelen van het balgevoel in alle mogelijk situaties (gooien, vangen, trappen, enz…) op een speelse manier.
  • Bewegingsopdrachten / vaardigheidsspelvormen waarbij de bal individueel beheerst moet worden met aandacht voor richting, snelheid en nauwkeurigheid.
  • Soccer-Pal

U6 – U7 – U8 – U9

TRAINING 2x/week  – 1.30 u. + wedstrijd op zaterdag

U6 – Het leren beheersen van de bal  –  Basis spelrijpheid

  • Veel laten bewegen
  • VERMIJD FILETRAINING (geen lange rijen wachtende spelertjes)
  • Veel (ALTIJD) met de bal – individueel (Soccer-Pal – Jongleren)

– met partner

  • Balgewenning en balvaardigheid via ‘’Coerver-methode’’. Ook als huiswerk.
  • Het leren beheersen van de bal moet uitmonden in het kunnen realiseren van eenvoudige voetbalbedoelingen zoals: – scoren

                                                           – mikken

                                                           – bal houden (dribbelen, drijven)

                                                           – bal afpakken, bal veroveren

                                                           – eenvoudige passeerbewegingen (Coerver-methode)

– samenspelen (vormen als 1:1, 2:2, vereenvoudigde 4:2, enz… = Coerver technieken leren toepassen in wedstrijdechte situaties of beter gezegd, de Coerver technieken leren toepassen als de situatie daarom vraagt.

  • Looptraining – Motoriek – soepel maken van het lichaam

– tempo aanleren

– overschakeling van kleine naar grote passen

– lichaamsgewicht leren plaatsen

– startsnelheid optimaliseren

U7, U8 en U9  –  Wedstrijdgewenning opdrijven

  • Veel laten bewegen
  • VERMIJD FILETRAINING (geen lange rijen wachtende spelertjes)
  • Veel (ALTIJD) met de bal – individueel (Soccer-Pal – Jongleren)

                                               – met partner

  • Balgewenning en balvaardigheid via ‘’Coerver-methode’’. De eerder ingeoefende bewegingen gebruiken aan het eind van de opwarming, als actieve rust, om te voorkomen dat de spelertjes stilstaan, …
  • Wedstrijdgewenning zoals: – medespeler

                                                           – tegenstrever

  • Passeerbewegingen verder uitwerken (Coerver-methode)
  • Partijspelen zoals, 3:3, 4:4, 4:2, 6:3, enz… = Coerver technieken leren toepassen in wedstrijdechte situaties of beter gezegd, de Coerver technieken leren toepassen als de situatie daarom vraagt.
  • Looptraining – Motoriek – idem als bij U6 maar verder uitbouwen

DE TRAINING

Eisen waaraan elke voetbaltraining zou moet voldoen

  1. VOETBAL-EIGEN BEDOELINGEN
  • Wordt bereikt als de speler het idee heeft dat er gevoetbald wordt.
  • Doelpunten maken en voorkomen
  • Opbouwen en samenspelen
  • Doelgerichtheid
  • Snelle omschakeling balbezit ßà balverlies
  1. VEEL HERHALINGEN
  • Doen, doen en nog eens doen (zoals vroeger op straat en op de pleintjes).
  • Veel beurten
  • Geen lange wachttijden (Filetraining)
  • Goede planning, organisatie
  • Voldoende ballen/materiaal
  1. REKENING HOUDEN MET DE GROEP
  • Leeftijd
  • Vaardigheid
  • Beleving
  • Let op arbeid – rust verhouding
  1. JUISTE COACHING
  • Eerst begrijpen hoe de jeugd het voetballen beleefd, om dan opmerkingen te maken waar de jeugdige spelers iets aan hebben en waar ze iets mee kunnen doen.
  • Coachen is het beïnvloeden van het voetbalgedrag en dit op een manier waarmee de spelers beter leren om voetbalsituaties op te lossen en dus beter gaan voetballen.
  • Hoe meer kennis van, en inzicht in het voetballen hoe beter het coachen van voetballers zal zijn.
  • Spelbedoelingen verduidelijken
  • Spelers beïnvloeden, laten leren door:
  • Ingrijpen / stopzetten / Aanwijzingen geven
  • Vragen stellen en de oplossingen laten aandragen
  • Voorbeeld geven en Voordoen

Het geheel van de punten 1, 2, 3 en 4 = OPTIMAAL LEERKLIMAAT

Planning van een training

InGangZetting / Opwarming  –  10’

  • Spel- of loopvorm om de spelertjes lichamelijk en geestelijk in de sfeer te brengen voor de rest van de training.
  • Spelvormen zoals:
  • Tikspelen
  • Pingelspelen
  • Afpakspelen
  • Loopvorm
  • Jongleren

Looptraining – Motoriek  –  10’

  • Loopscholing moet gebeuren tussen 5 en 12 jaar omdat dan de coördinatorische mogelijkheden van het kind het grootst zijn. Goed lopen wordt vooral opgebouwd door ontspannen en rechtlijnig te lopen en met een regelmaat van passen.

Eigenlijke training  –  60’   – Bestaat uit een goede verhouding tussen:

Oefenvormen

  • Balgewenning, veelzijdige balvaardigheid, balgevoel, bewegingscoördinatie aan de bal en snel voetenwerk zo goed mogelijk ontwikkelen. – Coerver-methode
  • Leren voetballen door te voetballen. –

Creëer Situaties waarbij zeer veel balcontact gewaarborgd is

Wedstrijdvormen

  • Wedstrijdvormen als 3:3 of max 4:4.
  • Wedstrijdvormen als 4:2, 6:3

Afwerkingsvormen

  • Afwerkingsvorm, veel laten scoren = succes beleven (Let op voor filetraining!!!)

Cooling down (terugkeer tot kalmte)  –  5’

Materiaal opbergen

Altijd door de spelertjes zelf laten doen = vorm van discipline. Eventueel de verliezende partij van een wedstrijdvorm opzadelen met materiaaldienst.